Dries en ik

DRIES DE SLUIPSCHUTTER

Dries Soeteman, vriend en voormalig collega en ik waren vroeger een paar natuuronderzoekers met grote inzet. Ik keek veel rond, maar Dries begon al jaren daar voor dit alles op de gevoelige plaat vast te leggen.
Laatst liep ik met mijn jongste kleinkinderen in het Amsterdams Waterwingebied, om hun de paddenstoelen, reeën en herten in hun leefgebied te leren aanschouwen.
Toevallig kwamen wij voorbij een spot die ik direct herkende als een van hen die Dries en ik daar ooit ontdekten.
Toentertijd zagen wij daar ter plekke een volmaakt “Eekhoorntjes Brood”. Dries pakte
direct zijn toverdoos en begon deze mooie paddenstoel vanuit alle hoeken te fotograferen.
Om het doel “en profiel” vast te leggen ging hij geheel plat op zijn buik in het gras liggen.
Op dat moment passeerden een paar wandelaars die het tafereel belangstellend aanschouwden.
Ik legde hen uit: “Hij besluipt hem, omdat hij bang is dat hij weg loopt”.
Zij knikten met begrip, maar ik zag ze toch spiedend rond kijken of ze onze begeleiders ergens konden ontdekken

 

Sniper Dries, ik kijk op de achtergrond

Recht in het hart

GEKRAAGDE ROODSTAART(JES)

Dries en ik logeerden met onze echtgenotes in Zuid Limburg, om precies te zijn in Eijs, een minuscuul plaatsje gelegen niet al te ver van Valkenburg.
We gingen daar vaker logeren bij een nicht van Jo van Loo, hij was een collega van ons. Zij had een café met een zaal voor feesten en partijen en een kegelbaan. Ook waren er enkele knusse kamertjes.
Om niet de gehele dag in alcoholische verlokkingen door te brengen gingen Dries en ik vaak op pad in de natuur. Hij was natuurlijk weer, als altijd bewapend met een camera.
Deze keer in het Gerendal. Dit is een gebied waar vele planten soorten voor komen die je ergens anders met een vergrootglas moet zoeken.
We waren al een eindje onder weg, toen we ons op een mooi weggetje bevonden met aan beide zijden ook weer mooie boompjes en struiken. We hadden het naar ons zin en we praatten gezellig met elkaar.
Toen we op een gegeven moment een bocht om kwamen, stond daar opeens een man. Hij bracht zijn vingers naar zijn lippen en maande ons om stil te zijn. Sssssstt!!
Wij bleven staan en hij fluisterde: “Ik hoor de Gekraagde Roodstaart, met jongen”. Wij
spitsten onze oren, maar wij hoorden niets.
Plotseling luid: “Béééééééé !!!!!!!!”. Vlak bij ons, achter de bosjes, stond een schaap dat die drie stille mannen waarschijnlijk maar eng vond. We hadden haar niet gezien, maar zij ons denk ik wel.
Dries zei ad rem: “Volgens mij hoor ik een schaap!”. De man voelde zich duidelijk in een bepaald lichaamsdeel getast. Hij beet ons nors toe: “Jullie zullen met die ongetrainde oren nooit geen mooie dingen kunnen horen”.
Wij dachten het onze over hem en vervolgden onze weg. Ik dacht ook nog, jij zal met je goed getrainde oortjes nooit het prachtige geluid van een partner zoekende walvis op een sonar boei horen, terwijl je tussen het noorderlicht vliegt.
Dries en ik vervolgden onze weg en begonnen weer te converseren. Het viel ons op dat in de bosjes naast ons veel vogeltjes fladderden. We keken nog eens goed. Het waren grijze vogeltjes met rode staartjes en een blauw befje.

Gekraagde Roodstaart

Schaap

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *