De patrijspoort

Het was aan boord van mijn geliefde Karel Doorman. We hadden een sortie met
enkele kisten gevlogen en kwamen uiteraard weer op landen. Er stond niet veel
wind, maar wel een stevige deining. Theo Jansen zat achter het stuurwiel.
Het was wat later in de middag, misschien een uur of half zeven.
We draaiden op finals en kregen, omdat er weinig wind stond, een “Blue Water
Cut”. Dat wilt zeggen dat het gas verder voor de ramp van het schip werd dicht
getrokken dan bij meer wind waarbij dit soms bijna boven dek gebeurde. Door
de weinig wind die er stond moest de Doorman harder varen maar er stond toch
minder wind over dek dan normaal, wat de landingssnelheid ten opzichte van
het dek groter maakte.

Wij hadden een normale nadering, maar op het einde van deze, nam het achterschip een diepe duik. Wij hadden echter de “CUT” van de LSO gekregen, hetgeen betekende dat het gas dicht moest en we vrij snel hoogte zouden verliezen om de kabels te pakken. Hier moest altijd gevolg aan gegeven worden, want “CUT is CUT!!” We zeilden echter over de kabels heen. Op het zelfde moment kwam het achterschip snel omhoog. We raakten het dek met een enorme dreun. Ik heb nog bewondering voor het landingsgestel van de Stoef. Misschien dankzij hun enorme kracht raakte geen propeller het dek. We stuiterden een stuk omhoog en vlogen weer heel even. Theo hoefde alleen maar gas te geven en we vlogen door. De daar op volgende landing was normaal.

Na de landing werden we door verschillende mensen benaderd die ook onder de indruk waren van de klap. Ook de ziekenboeg was aanwezig en verzocht ons om ons door hun te laten onderzoeken. Daar zagen wij van af en zagen meer in een biertje om onze schrik te boven te komen. Het was al een beetje later dus de verblijven waren open. Dat was toen zo.

Het vliegtuig werd in de komende dagen geheel gechecked, zeker het landingsgestel. De banden werden vervangen. Ik hoorde dat er ook een “Cateye”, een reflector in het vliegdek, was los gekomen , ik denk dat dit een sterk verhaal was. Elke landing werd gefilmd. Deze is vele malen door velen bekeken.

Wij als korporaal telegrafist of nog lager in rang, liepen buiten ons vliegprogramma ook een soort wacht. Een van onze taken was “Ordonnans”.
We moesten dan de voor de MLD bestemde berichten op het grote verbindingscentrum van de Doorman halen. Je voorzag ze dan van een zgn distributie stempeltje en liet ze tekenen door de verantwoordelijke autoriteiten. Deze mannen officieren zaten allen in moot 6*.

Op de dag van deze landing was ik ordonnans. Omdat we wat later kwamen
landen, was ik er van uit gegaan dat een van mijn collega’s die niet
vloog, het voor me zou hebben waar genomen.
Niets was echter minder waar. Ze zaten te kaarten en op mijn vraag of
het al klaar was gaven ze een negatief antwoord. Ik zei dat ik hen enorme
lullo’s vond, maar dat maakte niet de minste indruk. Wacht is wacht.
Ik stond een beetje op mijn “CUT”, nam snel een paar biertjes en ging
naar de berichten.

Uiteindelijk kwam ik met mijn plankje met berichten achteruit in moot 6.
Ik liet verschillende mannen lezen en tekenen. Op een moment kwam ik bij
LTZ1 van Zuidam. Hij was van VSQ2. Je kon hun kisten herkennen aan de
blauwe spinners en de V op de staart.
Hij had een hut die een beetje moeilijk in elkaar zat. Zijn deur naar
de gang stond open en er hing een donker groen gordijn voor. Aan de
linkerkant was zijn garderobe, ook afgedekt door een groen gordijn. Aan
het einde van zijn hut was een soort verhoogde kooi (bed) met laden er
onder. Daar boven was een kleine patrijspoort.

Toen hij de berichten tekende, klonk opeens over de scheepsomroep: “De
sluit toestand wordt X, de sluit toestand wordt X”. (Alle waterdichte
deuren en luiken kunnen geopend worden.)
Hij keek op en zei “Kan je mijn patrijspoort even open doen Vroege?”.
Ik was nog steeds in vliegpak en probeerde deze knevels te openen. Dit
lukte niet, ik kon er niet goed bij dus ik klom op zijn kooi. Het ging
moeilijk tot zeer moeilijk, de knevels zaten muurvast. Ik veranderde
steeds van houding om het toch voor elkaar te krijgen. De grote vlieg
schoenen waren er denk ik mede verantwoordelijk voor dat ik van zijn
bedje een niet te beschrijven puinhoop maakte. De enkele biertjes hadden
misschien ook meer impact dan gedacht.

Uiteindelijk stond van Zuidam op en draaide met weinig moeite de
patrijspoort open. Ik zag dat hij grote handen had. Ik nam het plankje
met berichten van hem in ontvangst. Helaas trachtte ik zijn hut via het
groene gordijn van de garderobe te verlaten. Ik herstelde mij bliksem
snel, maar het was hem niet ontgaan.
“Neem er nog een, Vroege!”.
“CUT is CUT.”

* De Doorman was verdeeld in 6 waterdichte zogenaamde moten. De achterste was moot 6. Daar waren onder andere de hutten en het verblijf (longroom) van de officieren.

Landing Stoef op Karel Doorman.

De bewuste patrijspoort met onderzeebootjager in zicht.

De “Master LSO” LTZ (Sam) van der Heijden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *